De hond als medemens is het eerste literaire non-fictie boek van Pauline Slot. In 1999 kwam haar eerste roman Zuiderkruis uit en dit werd het bestverkochte debuut van dat jaar. Slot vertelt hierin over de reis van hoofdpersoon Emma, die na het verlies van haar beste vriendin Floor op zoek gaat naar de ware toedracht van diens plotselinge dood. Het boek werd vertaald in het Duits en Italiaans, kwam op de longlist van de AKO-literatuurprijs en werd genomineerd voor de Debutantenprijs en de Vrouw&Cultuurprijs. Na Zuiderkruis verschenen er nog vijf romans: Blauwbaard, Tegenpool, De inwendige, En het vergeten zo lang, en Soerabaja. Er zijn inmiddels ruim 200.000 exemplaren van haar romans verkocht.
Slot omschrijft De hond als medemens zelf als een ‘een autobiografische exploratie van de verhouding tussen mens en hond, geschreven naar aanleiding van de dood van mijn nog jonge hond Molly’. Na het overlijden van Molly blijven er bij Slot een aantal vragen door haar hoofd spelen; ze vraagt zich af waarin zij en Molly elkaar begrepen op welke punten zij vreemden bleven. “Wat was zij in mijn leven? Wat was ik voor haar? Hoe kwam het dat wij elkaar gelukkig maakten, terwijl zij een hond was en ik een mens?” Dit zijn enkele voorbeelden van de vragen die Slot in dit boek tracht te beantwoorden. Het boek begint met een – voor veel hondeneigenaren herkenbare – beschrijving van Slot’s zoektocht naar de ‘juiste hond’. Dit leidt haar langs asielen, langs zeer dubieuze advertenties op Marktplaats en langs stichtingen die buitenlandse honden naar Nederland halen. Uiteindelijk vindt zij Molly – toen nog Yana geheten – via de organisatie Spaanse Honden Ook Een Kans (SpHoek). Op nuchtere wijze vertelt zij vervolgens over haar leven met Molly en alle zaken waar zij in de training en opvoeding mee te maken krijgt. Het is erg verfrissend om te lezen hoe iemand die min of meer buiten de ‘hondenwereld’ staat toch een geweldige band met Molly weet op te bouwen; puur en alleen door haar gezonde verstand te gebruiken, zich niet gek te laten maken door de waan van de dag en Molly zichzelf te laten zijn.
Veel van de beschreven situaties zullen een glimlach van herkenning op het gezicht van de hondeneigenaar toveren. Terwijl het ook zeker niet ondenkbaar is dat deze een traantje zal moeten wegpinken bij het – door het hele boek heen sluimerende – naderende afscheid van Molly, hoewel ook dit zonder enige vorm van vals sentiment of overdreven emotionele uitingen beschreven wordt. Juist die ingetogen, nuchtere schrijfstijl maakt het verhaal van Molly zo mooi. Slot probeert haar niet te vermenselijken maar beziet haar zoals ze is; als een hond. Dit doet echter absoluut geen afbreuk aan hun band, integendeel. Slot raakt de essentie van het leven met een hond en door het te ontdoen van alle opsmuk maakt zij duidelijk hoe bijzonder dit leven eigenlijk is. Hoewel er enkele opmerkingen in het boek staan die de zeer serieuze hondenmens tegen de borst zouden kunnen stuiten, is dit absoluut geen reden om het boek niet te lezen.
De hond als medemens, inmiddels alweer toe aan zijn vijfde druk, is niet alleen een prachtig en ontroerend eerbetoon aan een bijzondere hond maar het zet ook aan tot reflectie. Door na te denken over de antwoorden op de vragen die Slot aan het begin van het boek stelt, wordt men soms weer even met beide benen op de grond gezet. Ter afsluiting en ter overdenking een mooie quote uit het boek: “Outside of a dog, a book is a man’s best friend. Inside of a dog it’s too dark to read.” (Groucho Marx).
Pauline Slot
De hond als medemens – dierenliefde in tijden van welvaart
159 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers
ISBN 9789029589475
€ 16,95