Naar aanleiding van het interview met Hans Baaij van Stichting Dier&Recht over de misstanden in de hedendaagse rashondenfokkerij (Hondenmanieren nummer 1) is het interessant om eens te kijken naar de initiatieven die worden ondernomen om de rashondenfokkerij weer gezond te maken. Naast de in het interview besproken acties en campagnes van Dier&Recht wordt er ook door de wetenschap en door verschillende (verantwoordelijke) fokkers gekeken wat er allemaal moet gebeuren om het aantal ziektes en erfelijke aandoeningen terug te dringen.
In dit artikel zal ik om te beginnen iets vertellen over PETscan, een project van het ExpertiseCentrum Genetica Gezelschapsdieren van de Universiteit Utrecht. Daarna zal ik twee fokkers van rassen waarvan bekend is dat zij aan bepaalde erfelijke aandoeningen kunnen lijden aan het woord laten.
PETscan
Om de doelstelling een wezenlijke bijdrage te leveren aan het verbeteren van de gezondheid van rashonden en –katten te verwezenlijken, werkt het ExpertiseCentrum Genetica Gezelschapsdieren onder andere samen met het ministerie van Economische Zaken, de KNMvD/GGG en de Raad van Beheer op Kynologisch gebied. Zij houden zich onder meer bezig met de ontwikkeling van de landelijke database PETscan, waarmee gemeten wordt welke ziektes voorkomen bij gezelschapsdieren en in welke mate. Met dit meetinstrument zouden uiteindelijk de volgende resultaten bereikt moeten worden: een vroege diagnose, het voorkomen van het fokken van zieke nakomelingen en een snellere en betere behandeling van huisdieren.
Op de website van het ExpertiseCentrum staat de volgende beschrijving: “PETscan is het nieuwe meetsysteem van ziekten in Nederlandse honden en katten. Wij kunnen daarmee de frequentie van ziekten in verschillende rassen gaan meten en vergelijken met de frequentie in kruisingen. Zo ontstaat voor het eerst goed inzicht in de incidentie van ziekten bij gezelschapsdieren in Nederland. Dit is de basis voor het opzetten van een effectief programma om erfelijke ziekten en schadelijke raskenmerken te bestrijden. Voor dierenartsen biedt het nieuwe systeem ook andere voordelen. Het is snel en gemakkelijk in gebruik en biedt in de dierenartsenpraktijk een toegevoegde waarde. Deelname aan PETscan is bovendien kosteloos.”
Wat doen de fokkers?
Naast dit soort belangrijke initiatieven zijn er gelukkig ook veel fokkers die er alles aan doen om de door hun gefokte dieren zo gezond mogelijk op de wereld te laten komen. Om hier meer over te weten te komen, heb ik twee fokkers geïnterviewd die allebei op zeer verantwoordelijke wijze te werk gaan: Connie Berendsen van Giants May Be’s Place en Chantal van Kruining (kennelnaam in aanvraag) die op dit moment druk bezig is met het plannen van haar eerste nest.
Welk ras(sen) fok je?
Connie: Duitse herder langstokhaar en de Duitse Dog (geel/gestroomd).
Chantal: De Franse Bulldog
Waarom heb je gekozen voor dit ras?
Connie: Daar zit geen hele filosofie achter; het zijn beide rassen waar ik vanuit mijn jeugd fijne herinneringen aan heb. De Duitse herder is een veelzijdig ras en voor vrijwel iedere activiteit inzetbaar, ook vind ik het een prettige hond binnen het gezin. De Duitse dog is minder geschikt om allerlei takken van sport mee te bedrijven al moet je ze zeker ook niet onderschatten maar een dog geniet vaak al voldoende door samen op pad te gaan, die hoeft niet allerlei activiteiten erbij te doen om voldoening te krijgen. Ook de Duitse dog ervaar ik als een zeer prettige huisgenoot.
Chantal: Wij waren op zoek naar een kleine hond, handzaam formaat. Maar toch niet te iel. Het zijn geweldige honden. Lompe boeren zijn het wel. Ze lopen dwars door je enkels heen als ze iets zien waar ze heen willen bijvoorbeeld, en ze zijn vaak lastig te motiveren om samen te werken met de baas. In iedere rasbeschrijving zul je tegenkomen dat het echte clowntjes zijn, en dat is ook echt zo. Er gaat geen dag voorbij zonder dat we met en om ze lachen.
Wat vind je ervan dat er bij het door jou gefokte ras veel gezondheidsproblemen en erfelijke aandoeningen schijnen voor te komen?
Connie: Zonder meer schrijnend. Maar doordat dit inzichtelijk is geeft dit wel inzage hoe het met het ras is gesteld. Het draagt bij om meer bewuste afwegingen te maken die bijdragen aan een betere gezondheid. Bijvoorbeeld een betere selectie van ouderdieren en het uit laten voeren van testen mbt gezondheid. Hiervoor moet je als fokker wel erkennen dat er serieus een probleem is en hier naar handelen. Met struisvogel politiek is geen enkel ras gebaat.
Chantal: Dat is natuurlijk verschrikkelijk. We merken dat de grenzen vervagen in wat er als ‘normaal’ wordt beschouwd. Het is niet normaal als een hond door zijn lichaamsbouw niet kan doen wat hij graag wil. Het is niet normaal dat een hond met 20 graden rustig gehouden moet worden. Het is niet ‘schattig’ als een hond niet kan ademen zonder daarbij geluid te moeten maken. Het is niet normaal dat een hond niet bij zijn eigen geslachtsdeel kan om schoon te maken. Het is niet normaal dat 80% van de Franse Bulldoggen geboren wordt door middel van een (geplande) keizersnede.
Elke hond moet vrij kunnen bewegen en zijn lichaam hoort hem niet in de weg te zitten. Een hond is pas op zijn mooist wanneer hij niet belemmerd wordt door lichamelijke beperkingen.
Wat doe jij er als fokker aan om gezonde honden te fokken?
Connie: Bij de Duitse herder testen wij op de heupen, de ellebogen en de slepende ziekte degeneratieve Myelopathie (afgekort DM). Deze laatste wordt simpelweg door middel van wangslijm getest via DNA en deze test geeft nog heel veel extra uitslagen op ziekten waar wij in de praktijk nog niet mee te maken hebben gehad (o.a. dwerggroei, MDR). Bij de Duitse Dog zijn dit ook de heupen, de ellebogen en daarnaast het hart.
Als je het hebt over gezondheid vind ik echter dat gedrag er ook bij hoort; socialisatie betekent dat je bijdraagt aan het gemakkelijk kunnen aanpassen aan en accepteren van veranderingen. Je voorkomt hiermee dat een hond onnodig lang onder stress gebukt gaat.
Naast een goede socialisatie is het van belang dat er bij de selectie van een ouderdier gekeken wordt naar het karakter. Als er in bepaalde lijnen veelvuldig (en niet passend bij dit betreffende ras) agressie voorkomt, is het verstandig deze honden uit te sluiten van de fokkerij.
Chantal: Dit zijn de testen die wij uitvoeren, en waarom. We doen alles graag via officiële gedocumenteerde wegen, dan wordt elke hond langs dezelfde lat gelegd en is er geen ruimte voor persoonlijke interpretatie. Openheid is hiernaast enorm belangrijk, zo weten we precies wat in welke lijnen speelt.
1. Onderzoeksprotocol
Bij gebrek aan een goed onafhankelijk document om het lichamelijke onderzoek vast te leggen, heb ik er zelf een protocol voor gemaakt. Het onderzoeksprotocol is gebaseerd op veelvoorkomende aandoeningen waar geen officiële test voor is. Er wordt naar verschillende punten gekeken.
Ademhaling: Het type ademhaling wordt genoteerd, en ook of er een bijgeruis aanwezig is wat een indicatie kan zijn voor een minder goede ademhaling. De neusgaten worden ook beoordeeld.
Huid en vacht: De vacht kan een indicatie zijn of er allergieën aanwezig zijn. Er wordt gekeken of de vacht niet verkleurd is, of er geen kale plekken ontstaan zijn en of er geen tussenteen-ontstekingen aanwezig zijn. Ook willen de gezichtsplooien nog wel eens ontsteken of smetten.
Gehoorgang: Door de kopvorm komt er bij de Franse Bulldog wel eens een vernauwde gehoorgang voor. Dat kan een oorontsteking tot gevolg hebben.
Ogen: De traanproductie wordt gemeten, door de korte snuit kunnen de traanbuizen verkeerd aangelegd worden. Er wordt gecontroleerd op een cherry eye en het hoornvlies wordt beoordeeld. Als er geen ECVO oogonderzoek uitgevoerd wordt, wordt er ook gekeken naar entropion, ectropion en distichiasis.
Kniegewricht: Patella Luxatie komt bij de Franse Bulldog voor. Het is belangrijk om dit goed gedocumenteerd te hebben.
Heupgewricht: Een luxerend heupgewricht kan een indicatie zijn voor HD en voor ondiepe heupkommen. Naast deze controle wordt er een officieel HD onderzoek uitgevoerd + PennHip.
Staart: Door de korte, geknikte staart komt het wel eens voor dat de staart ingroeit. Dit is zeer pijnlijk.
Keelinspectie: Een belangrijk deel van dit protocol is de keelinspectie. Deze wordt onder narcose uitgevoerd. Er wordt gekeken of er een te lang of te dik zacht gehemelte bij de hond aanwezig is, of de amandelen normaal van vorm zijn en of het strottenhoofd niet afwijkt. De diameter van de luchtpijp wordt gemeten met behulp van een röntgenfoto. Dit zijn allemaal aanwijzingen voor het BOS-syndroom.
Ruginspectie: Van de gehele wervelkolom worden er röntgenfoto’s gemaakt. Hier wordt gelet op vervormingen van ruggenwervels (hemivertebrae), aanwezigheid van spondylose en calcificatie van de tussenwervelschijven.
2. Röntgenfoto’s
Tezamen met het lichamelijk onderzoek worden er ook röntgenfoto’s gemaakt. De Franse Bulldog is een dwergras, en door zijn compacte bouw komen er regelmatig skeletafwijkingen voor. Veel van deze afwijkingen zijn erfelijk. Door middel van röntgenfoto’s kunnen we goed beoordelen of de hond lijdt aan afwijkingen aan het skelet of luchtwegen.
Strottenhoofd en luchtwegen: Op deze foto kunnen we de diameter van de luchtpijp meten. Ook kunnen we zien of er afwijkingen aan de luchtpijp of het strottenhoofd zijn. Het strottenhoofd en de luchtwegen zijn gevoelig voor afwijkingen, het BOS-Syndroom, en welke afwijkingen dat met zich mee brengt.
De gehele wervelkolom: Afwijkingen aan de wervelkolom komen bij de Franse Bulldog helaas regelmatig voor. Elke wervel moet goed op de foto(s) staan, dus wij laten foto’s maken van de nek- tot aan de staartwervels zodat we ons een goed beeld kunnen vormen van de rug van de hond.
Heupen: Voor verder onderzoek
Ellebogen: Voor verder onderzoek
In totaal worden er ongeveer 10 röntgenfoto’s gemaakt van een hond die volgens onze gezondheidsonderzoeken getest wordt. Wederom vinden wij het belangrijk dat hier openheid over gegeven wordt.
3. Officieel HD onderzoek via de Raad van Beheer
Bij de Franse Bulldog komt HD voor, volgens de cijfers van de OFA zelfs meer dan 28%! (http://www.offa.org/stats_hip.html)
4. PennHip heuponderzoek
Bij Pennhip worden de heupen op een heel andere manier bekeken, vandaar dat we dit ook waardevol vinden. Ook krijg je een gemiddelde te zien van alle gePennHipte Franse Bulldoggen wat erg interessant is en natuurlijk nodig is om te verbeteren.
5. Officieel ED onderzoek via de Raad van Beheer
Naast het officiële HD-onderzoek voeren wij ook een officieel ED-onderzoek uit. ED staat voor Elleboog Dysplasie. De Franse Bulldog steunt met 70-80% van zijn gewicht op de voorpoten, de ellebogen krijgen dus flink wat te verduren. Wij vinden het belangrijk dat zo’n onmisbaar deel in het lichaam geen afwijkingen vertoont.
6. Hartecho
Omdat de Franse Bulldog een dwergras is, is de kans op hartafwijkingen groter. Een hartafwijking kun je vaak niet zien aan de buitenkant. Wij vinden het belangrijk om inzicht te hebben door middel van een hartecho inclusief Doppler onderzoek. Dit wordt gedaan door een specialist.
7. ECVO
Het ECVO onderzoek is een oogonderzoek. Omdat er verschillende oogafwijkingen bij de Franse Bulldog voorkomen (distichiasis, entropion, ectropion, cataract, PRA) is het verstandig om deze officieel te laten testen.
8. MyDogDNA
De MyDogDNA test is een hele uitgebreide test. Er wordt op honderden ziektes en afwijkingen getest, en dat allemaal vanaf een wangswab. Een van deze afwijkingen is bijvoorbeeld Erfelijke Cataract (HSF-4). Ook wordt de genetische variëteit van de hond berekend. Hoe meer genetische variëteit hoe beter, dat betekent dat er minder kopietjes van dezelfde genen aanwezig zijn. De hond wordt ook in een ‘kaart’ geplaatst tussen alle andere honden van hetzelfde ras. Zo wordt duidelijk hoe veel genetische variatie er in het ras bestaat en waar de hond staat hierin.
9. Degeneratieve Myelopathie
Bij de Franse Bulldog komt Degeneratieve Myelopathie voor. Volgens sommige cijfers is 20% van de populatie drager van deze aandoening.
We zetten gezondheid een flink stuk boven het uiterlijk, mocht het erop neer komen. Als we voor de keuze komen te staan fokken we liever een bulletje wat er misschien wat ras-ontypischer uit ziet, maar wel van binnen en buiten gezond is, als een ontzettend rastypische bull welke in elkaar stort van ellende. Dit lijkt niet vanzelfsprekend bij veel fokkers helaas. Wij geloven ook niet dat de huidige (ras)standaard een betere gezondheid aanmoedigt.
Wij streven naar een Franse Bulldog die wat atletischer gebouwd is. Een Franse Bulldog zoals deze in het beginstadium van het ontstaan van het ras bedoeld was. Een hond die gerust aan aantal uur kan rennen en vliegen. Een bulletje wat geen geluid maakt met ademen, onder welke omstandigheid dan ook. Wij willen graag een Franse Bulldog fokken die niet zo enorm breed is, die normale lichaamsverhoudingen heeft. Een bulletje wat gewoon met een groep andere honden mee kan rennen zonder beperkt te worden. Een bulletje met een minder log lijf, een iets langere nek, een kwispelend staartje en een iets langer snuitje met gezonde luchtwegen. Het is niet alleen gezonder, het ziet er ook nog eens prachtig uit!
als je echt op een verantwoorde manier wil fokken, wat komt er dan allemaal bij kijken?
Connie: Eigenlijk best heel veel. Los van test uitslagen (want dat is eigenlijk maar een klein gedeelte) moet je je verdiepen in een ras maar ook verder durven en willen kijken naar functionaliteit. Dat rassen steeds meer onder extremen gebukt gaan wil niet zeggen dat dit ‘normaal’ (voor dit ras) is geworden. Je moet je niet mee laten voeren door na te praten wat een andere ‘kenner’ zegt of vindt maar zelf je mening vormen door je te verdiepen en hiernaast je gezonde verstand gebruiken.
Het kan zelfs zijn dat jouw ideaalbeeld met betrekking tot gezondheid (denk bijvoorbeeld aan korte snuiten, uitpuilende ogen of extreme hoekingen die een overdreven afhangend kruis geven) van een ras niet als zodanig erkend wordt op show en dan is het de kunst om goed bij jezelf te raden te gaan of dat je waarde hecht aan dat predicaat. Als je blijft staan achter jouw (gezonde) mening kan dit betekenen dat je een mindere beoordeling accepteert of besluit niet meer naar een show te gaan.
Daar komt dan een persoonlijk stukje om de hoek kijken, wil je bij een groep horen of durf je je eigen (afzonderlijke) pad te kiezen.
Verder moet je als fokker op de hoogte blijven van het wel en wee van de nakomelingen. En als er problemen ontstaan deze niet meteen wegschrijven onder dat wat de nieuwe eigenaar niet goed zou hebben gedaan maar ook durven kijken naar wat je er als fokker aan kunt doen om dit in de toekomst te voorkomen.
Daarnaast heb je als fokker ook de verantwoordelijkheid om qua gedrag en socialisatie die tijd en ruimte te investeren om de pups een behoorlijke start te geven. Veel honden komen te wonen in een gezin en pups die bij de fokker opgroeien in een bijgebouw krijgen een tekort in hun ontwikkeling. Dit is levenslang merkbaar doordat ze bijvoorbeeld veel heftiger reageren op gebeurtenissen die voor ons normaal zijn.
Dan is er nog zoiets als nazorg. Veel nieuwe eigenaren hebben vooral in de beginfase met hun nieuwe huisgenoot vragen. Natuurlijk is het te adviseren om je als eigenaar in te lezen en een goede puppy cursus te gaan volgen maar ondanks deze voorbereiding hebben mensen vaak wel wat ‘startersprobleempjes’, zoals de eerste nachten, zindelijkheid, hard bijten en zelfstandigheid bijbrengen. Het is dan wel zo prettig als de nieuwe eigenaren ook een beetje terug mogen vallen op de kennis van de fokker.
Chantal: Wij streven naar een mentaliteitsverandering onder Franse Bulldog fokkers, keurmeesters en eigenaren. Bovenstaande dingen moeten vanzelfsprekend zijn. Helaas is dat op dit moment niet het geval.
Door samenwerking kunnen we het tij (nog) keren. Openheid en informatieverstrekking is hierin ontzettend belangrijk. We werken graag samen met andere fokkers, kenners, mensen met verstand van genetica en vererving, eigenaren en eigenlijk iedereen die een positieve bijdrage kan leveren. Het onderzoeksprotocol is ook beschikbaar voor iedereen die er interesse in heeft. Dit protocol is een resultaat van onze eigen inzet, kennis en informatie, en dit delen we graag met andere geïnteresseerden.
Helaas zijn er nog steeds veel mensen die een nestje ‘voor de leuk’ doen. Zonder enige voorkennis zoeken ze een reu die er leuk uit ziet, en laten haar dekken. Van testen is vaak geen sprake, niet van de teef maar ook niet bij de reu. Als je naar de lijst van aandoeningen kijkt, begrijp je vast dat dat vaak niet de gezondste bulletjes zullen worden. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, of mensen die gewoon heel veel geluk hebben. Als je op zoek bent naar een Franse Bulldog, laat je dan goed informeren. Vraag aan de fokker wat hij of zij doet om problemen te voorkomen. Een jaarlijkse check up van een dierenarts is niet voldoende om een dier fokgeschikt te verklaren! Een goede fokker kan uitslagen van gezondheidsonderzoeken aan je overleggen. Je krijgt een helder koopcontract waarin de rechten en plichten van beide partijen staan. Ook zal een goede fokker je levenslang bijstaan bij eventuele vragen of problemen, en zorgt ervoor dat deze netjes worden opgelost.