We leren steeds betere en leukere manieren om te trainen met de hond; als je je erin verdiept, gaat er een wereld aan mogelijkheden voor je open. Van simpele basisopvoeding en gehoorzaamheid tot de meer ingewikkelde trucjes en het werken aan – soms extreem – probleemgedrag. Via kanalen als YouTube of Facebook kom je vele filmpjes, foto’s en berichten tegen waarin het trainen van de hond gepromoot wordt. Daar is in principe helemaal niks mis mee want het is gewoon hartstikke goed om lekker met je hond aan de slag te gaan!
Maar deze nadruk op trainbaarheid levert ook een probleem op. Er zou hierdoor namelijk het beeld kunnen ontstaan dat de hond volledig, of in ieder geval in vergaande mate, ‘maakbaar’ is en het is zeer twijfelachtig of deze interpretatie terecht is. Daarnaast roept het de vraag op of de hond nog wel accepteren zoals hij is.
(Tekst loopt door onder de foto)
Maakbaarheid
Deze focus op maakbaarheid zien we ook terug bij het ontstaan van rassen; door toedoen van de mens lopen er honden rond in allerlei soorten, vormen, maten en kleuren. Het is maar net naar welke uiterlijkheden of karaktereigenschappen de voorkeur uitgaat. De hond wordt als het ware gemodelleerd naar het ideaalbeeld dat de mens van hem heeft. Misschien is dit een onontkoombaar effect van domesticatieproces – de hond moet immers zo goed mogelijk passen binnen onze menselijke maatschappij – maar misschien heeft het ook te maken met de manier waarop wij zelf in elkaar zitten.
Er zijn wat dat betreft vele voorbeelden te noemen van zaken waaruit blijkt dat we de neiging hebben dingen naar onze hand te willen zetten, ze beheersbaar te maken. Denk maar aan de manier waarop we met de natuur omgaan, of aan alle ontwikkelingen op medisch en technologisch gebied. Doordat we dikwijls succes hebben met onze pogingen de boel te sturen en te controleren, is ons geloof in maakbaarheid alleen maar toegenomen. Het is niet verkeerd om ons hier bewust van te zijn, zeker niet als het betrekking heeft op andere levende wezens.
De hond als individu
Dit brengt ons terug bij het vraagstuk over de maakbaarheid van hond. Hoe ver moeten we daarin gaan? Vooropgesteld, het trainen en van opvoeden van onze honden is ontzettend belangrijk. Om goed mee te kunnen draaien in de samenleving hebben ze dat gewoon nodig. Het is echter net zo belangrijk – of misschien nog wel belangrijker – dat we rekening houden met het karakter van de hond, met hoe hij in elkaar zit. Door ons teveel te concentreren op het trainen of veranderen van bepaalde gedragingen lopen we het risico uit het oog te verliezen dat iedere hond unieke eigenschappen bezit. Een eigen ‘ik’, om het zo maar te zeggen. Hieraan moeten we eigenlijk niet willen sleutelen, daarmee bewijzen we hem geen dienst.
Laten we de hond eerst eens goed leren kennen en proberen erachter te komen hoe hij in het leven staat. Wat zijn bijvoorbeeld zijn persoonlijke voorkeuren en zijn eigenaardigheden? Is hij introvert of juist extravert? Wat vindt hij fijn of lekker en waar heeft hij een hekel aan? Wat vindt hij spannend? Waar wordt hij blij van? Er is zoveel te ontdekken aan deze bijzondere wezens. We mogen niet voorbij gaan aan het feit dat ze allemaal hun eigen gedachtes en gevoelens hebben en dat die niet zomaar te veranderen zijn.
Neem de tijd
Tijd en geduld zijn hierbij de toverwoorden; neem uitgebreid de tijd om je hond te observeren in allerlei verschillende situaties. Door goed te letten op zijn gedrag en zijn lichaamstaal leer je hem steeds beter kennen en zal je gaan begrijpen waarom hij bepaalde dingen wel of niet doet. Probeer hier objectief naar te kijken niet gelijk in de stress te schieten als hij iets doet wat je eigenlijk niet zo leuk vindt. Geef hem de kans om te laten zien wie hij is en zadel hem niet teveel op met verwachtingen over wie hij zou moeten zijn.
Probleemgedrag
Maar wat nu als de hond gedrag vertoont dat problemen oplevert? Als hij op straat bijvoorbeeld uitvalt naar andere honden of als hij heel moeilijk alleen kan thuisblijven? Dan ontkomen we er toch niet aan om daarmee aan de slag te gaan? Indien er sprake is van probleemgedrag – zeker als dat gevaar op levert voor andere dieren of mensen – is het absoluut van belang dat we proberen daar iets aan te doen door middel van training en/of het inschakelen van professionele hulp. Ook hier geldt echter weer dat er goed gekeken wordt naar het waarom van het gedrag. Waarom doet de hond wat hij doet? Wat ligt eraan ten grondslag? Het is geen oplossing om alleen te werken aan de symptomen van het gedrag; we kunnen pas werkelijk iets veranderen als we inzicht hebben in de onderliggende drijfveren. Misschien is hij bang voor bepaalde geluiden of geuren, of heeft hij een grote persoonlijke zone.
Dit roept tevens de vraag op hoe ver we willen gaan in het veranderen van het gedrag. Hoe zorgen we dat er verbetering optreedt zonder dat we voorbij gaan aan het wezen van de hond? Dit is uiteraard aan ieder voor zich om te bepalen. Zolang we ons maar bewust blijven van het feit dat honden individuen zijn met een eigen karakter en dat er grenzen zitten aan de maakbaarheid van een individu.
(Tekst loopt door onder de foto)
Eerst kennis dan trainen
In het verlengde hiervan is er nog een punt dat besproken moet worden. Door de nadruk die er in onze maatschappij gelegd wordt op het maakbare wordt er vaak gedacht dat het allemaal wel goed komt zolang we maar genoeg energie steken in het trainen van de hond. Het idee is dat we met behulp van de juiste timing en de juiste voertjes uiteindelijk de juiste knopjes wel weten te vinden. Hierbij wordt nog weleens uit het oog verloren dat niet training, maar kennis over het gedrag van de hond ons krachtigste gereedschap is. Juist door ons te verdiepen in het hoe en waarom van het gedrag begrijpen we beter waar de hond behoefte aan heeft, kunnen we hem op gepaste wijze begeleiden en zijn we in staat de ontwikkeling van probleemgedrag zoveel mogelijk te voorkomen.
Wanneer is een probleem een probleem?
Dan zijn er ook nog de problemen waarvan je je kan afvragen of het daadwerkelijk problemen zijn. Is het mogelijk dat wij zelf soms wat meer problemen zien dan er zijn? Zijn we niet teveel bezig met ideaalbeelden, met hoe het in onze ogen zou moeten zijn? Door de steeds drukker wordende maatschappij komen er steeds meer regels waar we ons aan moeten houden. Voor honden zijn er tegenwoordig bijvoorbeeld speciale losloopgebieden waar we de sociale omgangsnormen allemaal in acht dienen te nemen. Inclusief de hond. Als hij zich vervolgens even niet gedraagt zoals gewenst, krijg je te horen dat je hem moet opvoeden of dat je maar ergens anders moet gaan lopen. Kortom; de hond dient zich te allen tijde, in alle situaties, netjes en sociaal te gedragen en mag op geen enkele manier overlast veroorzaken. Een blafje naar een voorbijganger is vaak al teveel.
Dit legt een enorme druk op ons – en op de hond – en hierdoor gaan we met sommige dingen wellicht wat krampachtig om. Je zou kunnen zeggen dat we als hondenbezitters enigszins in een keurslijf worden gepropt. Het is aan ons in hoeverre we dit toelaten. Er zijn immers zat mogelijkheden om vrijheid te ervaren samen met je hond, maar daarvoor is het noodzakelijk dat we de teugels een klein beetje laten vieren. Het ideaalbeeld dat ons wordt opgelegd of dat wij onszelf opleggen, het beeld van de hond zoals hij zou moeten zijn, creëert onnodige problemen. En wat doen we bij problemen? Trainen!
(Tekst loopt door onder de foto)
Acceptatie
In plaats daarvan zouden we ook kunnen proberen de hond wat meer te accepteren zoals hij is. Ons minder druk te maken over dingen die lang niet zo problematisch zijn als we denken. Het is niet nodig om op elke slak zout te leggen. Dit betekent niet dat we honden maar volledig hun gang moeten laten gaan, maar we zouden hier en daar best wat relaxter om kunnen gaan met hun ‘bijzonderheden’, met hun individualiteit. Stel, je hond raakt gespannen bij drukte.
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je mensen over de vloer krijgt of als je met hem gaat wandelen in een druk bevolkt gebied. Hij gaat dan erg hijgen, neemt een lage houding aan en heeft de neiging weg te kruipen of te rennen. Dit gedrag zou je als problematisch kunnen ervaren; hij hoort dat soort situaties toch gewoon te kunnen handelen? Een hond moet toch sociaal zijn? Op cursus dan maar, of misschien moet er wel een gedragstherapeut komen.
Neem de hond zoals hij is
Vraag jezelf nu eens af wat er zou gebeuren als je de hond in plaats daarvan in bescherming zou nemen. Als je hem de kans geeft een rustige plek op te zoeken op het moment dat de drukte hem teveel wordt. Of zelfs nog vóórdat de drukte hem teveel wordt; als je bezoek verwacht, zou je bijvoorbeeld een veilig plekje voor hem kunnen creëren waar hij kan blijven terwijl het bezoek er is.
Honden hoeven zich niet altijd maar aan te passen aan ons en aan de omgeving; wij kunnen er ook voor zorgen dat we de omgeving een beetje aanpassen aan hen, zodat zij zich prettiger voelen en zichzelf kunnen en mogen zijn. Het komt allemaal neer op acceptatie, op het besef dat we niet alles kunnen veranderen en op het nemen – en het waarderen! – van de hond zoals hij is. Nogmaals, training is en blijft belangrijk maar een hond is geen volledig maakbaar wezen. Wees niet bang om hem weer wat meer hond te laten zijn; uiteindelijk levert dit veel minder stress op voor jullie allebei.
(Verschenen in Onze Hond nummer 5, 2018)