Dat honden levens kunnen redden, is natuurlijk allang bekend. Denk maar aan het werk van speurhonden, lawinehonden, oorlogshonden en andere soorten reddingshonden. Dit zijn allemaal honden die levens redden op een fysieke manier. Zo zijn er ook honden die het leven redden van mensen in geestelijke nood. Althans, het zijn dan vaak de mensen zelf die aangeven dat zij er zonder hun hond niet meer geweest zouden zijn of dat zij een hele zware periode in hun leven dankzij hem goed doorstaan hebben. Echt verwonderlijk is dit niet; de hond wordt dikwijls gezien als ‘de beste vriend van de mens’ en een vriendschap waar je veel steun aan ontleent, kan je inderdaad de kracht geven om door te gaan op momenten dat je eigenlijk het bijltje erbij neer wil gooien. Het is echter denkbaar dat er situaties zijn waarin mensen een beetje te ver doorschieten in hun beleving van de hond als redding. Klampen zij zich misschien teveel vast aan hun hond en is dit wel helemaal eerlijk ten opzichte van de hond zelf? Zou het zelfs mogelijk kunnen zijn dat het welzijn van de hond in het geding is?
Liefdevolle band
Er wordt veel geschreven over de bijzondere band tussen mens en hond en op internet zijn er vele indrukwekkende voorbeelden te vinden van de kracht en de steun die mensen uit deze relatie kunnen halen. Het is lastig te bepalen of honden er net zoveel voldoening uit putten maar er zijn genoeg verhalen – en zo langzamerhand ook enkele wetenschappelijke onderzoeken – die erop wijzen van wel. Zolang het tegendeel niet bewezen is, denk ik dat we er best vanuit kunnen gaan dat de speciale connectie die we voelen wederzijds is.
Die emotionele wederkerigheid is belangrijk voor ons; iedereen vindt het fijn om zich geliefd te voelen. Verschillende wetenschappelijke disciplines erkennen het belang van wederkerigheid in sociale relaties die mensen met elkaar onderhouden. In een artikel* van de psychologen Buunk en Shaufeli wordt bijvoorbeeld betoogd – op basis van een evolutionaire analyse van wederkerig altruïsme – dat mensen in de loop van de evolutie een aangeboren mechanisme hebben ontwikkeld om wederkerigheid in persoonlijke relaties te verwachten en dat een gebrek aan wederkerigheid gepaard gaat met negatieve gevoelens. Helaas is er nog niet veel onderzoek gedaan naar reciprociteit in relaties tussen honden en mensen maar uitgaande van de evolutionaire factoren zou het geen rare conclusie zijn om te stellen dat de behoefte aan emotionele wederkerigheid in de relatie met onze hond biologisch ingebakken zit. De hond is immers één van de meest succesvol gedomesticeerde diersoorten en wij hebben hem niet alleen maar graag om ons heen vanwege de verschillende functies die hij van oudsher vervult, zoals het bewaken van het huis of het verjagen van ongedierte.
Ideale relatie
Nee, het is meer dan dat, veel meer. Wij houden van onze honden en vinden het fijn als zij van ons houden. Eigenlijk is het een beetje een ideale relatie; honden staan bekend om hun onvoorwaardelijke trouw, hun geduld met onze rare buien en de prettige eigenschap dat ze geduldig luisteren naar onze verhalen en nooit oordelen. Dit totaalpakket is moeilijk te vinden in de gemiddelde menselijke partner. Er is natuurlijk niks mis mee om ons geliefd en geborgen te voelen in het gezelschap van onze viervoeters. We moeten alleen wel oppassen dat we het niet teveel idealiseren en teveel bijzondere, menselijke eigenschappen aan onze honden toeschrijven.
Impact op de hond
Daarin schuilt ook het gevaar van een te geïdealiseerd beeld van de hond als redding; door ons teveel aan hem vast te klampen, hem de belangrijkste positie in ons leven toe te dichten of zelfs ons leven van hem af te laten hangen, leggen we wel erg veel druk op de relatie.
Laat ik voorop stellen dat mijn honden ook enorm belangrijk voor mij zijn en dat ik me geen leven zonder hen kan voorstellen. In zware periodes zijn zij mijn lichtpuntjes. Ik ga er echter niet vanuit dat zij zich hier bewust van zijn en dat wil ik ook helemaal niet. Zij mogen niet lijden onder mijn pijn of verdriet. Het is daarom belangrijk dat er wordt stilgestaan bij de impact die het op de hond kan hebben als hem zo’n speciale status wordt toegeschreven.
Wanneer gaan we te ver?
Dat een hond het af en toe eens zal merken als je verdriet hebt of als je niet goed in je vel zit, dat is niet zo erg. Dat je hem op die momenten wat vaker knuffelt en hem gewoon graag in je buurt wil hebben, ook niet. De meeste honden zullen hun eigenaar ook opzoeken op de momenten dat er tranen vloeien en over het algemeen gaat er een sterk troostend effect uit van hun nabijheid. Het wordt pas problematisch als men zich extreem gaat vastklampen en zoveel waarde toekent aan de aanwezigheid van de hond dat al het andere niet meer belangrijk is.
Als het geestelijk en/of lichamelijk welzijn van de hond in gevaar komt, is er echt een grens overschreden. Een bijkomend probleem is dat men dit vaak geeneens meer ziet, of wil zien. Meestal is er echter geen sprake van opzet of kwade wil; het is iets dat geleidelijk ontstaat en als dit proces niet tijdig onderbroken wordt, raakt men uiteindelijk te ver verzeild van de realiteit. Denk bijvoorbeeld eens aan de situatie waarin een hond de nodige zorg wordt ontzegd omdat men niet naar de dierenarts durft te gaan uit angst de hond te verliezen. Of de situatie waarin iemand zich in huis opsluit met zijn hond in de overtuiging dat hij niemand anders nodig heeft. Een zelfverkozen isolement, maar wel de keuze van de mens, niet die van de hond.
Het legt buitensporig veel druk op de hond om hem te zien als redding, als alles wat men nodig heeft in het leven. Een hond mag niet verantwoordelijk zijn voor jouw welzijn….. jij bent verantwoordelijk voor dat van hem.
Assistentiehonden
Hoe zit het dan eigenlijk met het welzijn van assistentiehonden, zoals blindengeleidehonden, ADL honden (voor mensen met een fysieke beperking), autismegeleidehonden, signaalhonden en psychiatrie-assistentie honden, waaronder PTSS-honden? Deze honden zijn vaak van onschatbare waarde voor hun baasjes en er zijn vele verhalen over assistentiehonden die een levensreddende rol hebben gespeeld. Zij worden speciaal getraind om hun eigenaren op vele vlakken ter zijde te staan en krijgen best wat psychische en lichamelijke druk te verwerken. Om hier wat meer duidelijkheid over te krijgen, heb ik wat vragen voorgelegd aan Joop Mekke van Stichting BultersMekke Assistencedogs. Deze organisatie heeft zich gespecialiseerd in het begeleiden van cursisten bij het opleiden van hun eigen assistentiehond in de thuissituatie.
Zo vroeg ik me af welke opleiding het personeel en/of de coaches van BultersMekke hebben gevolgd. Joop geeft aan dat dat wisselend kan zijn: “Mensen hebben opleiding genoten op hondengebied, waarbij we een aantal modules van de gedragsbegeleidingsopleiding voor honden hanteren. Dit kan Dogvision zijn, of Martin Gaus, of een andere opleiding. Denk daarbij aan modules als: Hoe leren honden, Ethologie van de hond, Instructeursopleiding, enzovoort.
Daarnaast zijn het mensen die een achtergrond hebben in de zorg- of welzijnssector en daarmee ervaring hebben in het werken met mensen met verschillende beperkingen.”
Ook zijn er kynologisch gedragstherapeuten verbonden aan de organisatie, waaronder Joop Mekke zelf, zijn compagnon Erika Bulters en nog enkele instructeurs. Tevens zijn er instructeurs die specifieke kennis of ervaring op een bepaald gebied hebben. Daar komt nog eens bij dat het team van instructeurs altijd een beroep kan doen op elkaar.
Gevraagd naar de manieren waarop de veiligheid en het welzijn van de hond worden gewaarborgd, noemt Joop de volgende punten:
-
Ten eerste door de opzet van het programma met het uitgangspunt dat mensen voor zichzelf moeten kunnen zorgen, willen ze voor een hond kunnen zorgen. Daarbij leren we mensen dat de hond gedurende het werk iets nodig heeft van de cursist en dat zij verantwoordelijk zijn voor zijn veiligheid en welbevinden. Dat dat hun taak is. Voorbeeld hierbij is de vaardigheid die mensen vaak willen leren waarbij de hond een buffer vormt tussen hen en andere mensen. Om dit goed te kunnen heeft de hond iets nodig, namelijk het vertrouwen van de ‘baas’.
-
Mensen bewust maken van het feit dat het belangrijk is dat zij leren inschatten waarom een hond een handeling wel of niet kan doen in een bepaalde situatie. En dat er voor de hond een goede reden kan zijn het niet te doen, ook al kent hij het goed.
Het gaat niet zozeer om het kunstje of de taak, het gaat om het ervaren en waarderen van de samenwerking, ook wanneer een handeling een keer minder gaat.
-
Er wordt niet begonnen met de assistentiehond-vaardigheden, er wordt begonnen met het opbouwen van de relatie met de hond en wat daarbij komt kijken.
-
Dan de relatie met de instructeur of coach; deze is van wezenlijk belang om open te kunnen zijn met elkaar. Daarvoor dient er een vertrouwensband te zijn of worden opgebouwd. Mensen moeten open kunnen zijn wanneer het minder met ze gaat en aan kunnen geven dat ze de zorg voor de hond even moeilijk aankunnen. Dat kan zo zijn en dat mag. Dat dient besproken te worden en vervolgens wordt er bekeken wat er nodig is op dat moment. Dit is een belangrijk stuk bij het waarborgen van welzijn en veiligheid.
-
We hebben een protocol wat betreft mogelijke opname van cursisten. Vaak willen ze de hond mee, maar eerst wordt zorgvuldig afgewogen of dit wel verstandig is. Er wordt daarbij gekeken naar locatie, situatie van de persoon, populatie op een afdeling en noem maar op.
Er dient aan een aantal criteria voldaan te worden, waaronder veiligheid, de geschiktheid van de opnameplek voor een hond (waarbij ook diens zorg en veiligheid is gewaarborgd), een akkoord van de behandelaar, een gesprek met de afdeling of contactpersoon. De hond dient een onderdeel te kunnen zijn van de behandeling.
-
Voor aanvang van het traject dient men een opvang voor de hond geregeld te hebben indien dit nodig of wenselijk is.
-
We laten mensen bewust nadenken over het feit of ze de hond altijd mee dienen te nemen als assistentiehond. Wanneer wel en wanneer niet. Soms kan het voor veiligheid en welzijn een hele goede keus zijn om de hond niet mee te nemen, wanneer er andere mensen meegaan die ook voor begeleiding kunnen zorgen.
-
Mensen mogen gaan uitzoeken welke activiteiten bij de hond passen, dat ze daar aandacht aan besteden en die activiteiten ook opzoeken. Dat maakt het divers vind ik, mede gekeken naar de verschillende typen honden waarmee we werken.
Op mijn vraag of er wordt ingegrepen als blijkt dat het welzijn van de hond in het geding is, zegt Joop:
-
Ja. Eerst door het bespreekbaar te maken en daarbij mogelijk, of indien nodig het begrip te kunnen opbrengen voor het feit dat de situatie zo is. Nogmaals het zijn eigen honden van de mensen en geloof me ze willen allemaal goed zorgen voor de hond, dat geven we ze in de basis ook mee. Als dit zich aandient en het welzijn is in het gedrang hebben mensen vaak verdriet om het feit dat het zo is. Het is niet wat ze willen met hun maatje, die hun weer een stuk leven teruggeeft. Ze hangen aan hun hond en ja daar kan het weleens lastig zijn om situaties goed onder ogen te zien. Mijn ervaring is echter dat het goed bespreekbaar is en dat dit een belangrijke taak is.
-
Honden kunnen in sommige situaties onwenselijk gedrag gaan vertonen, wanneer het welzijn in het gedrang komt, wat dan echter wel normaal honds gedrag kan zijn. We willen mensen leren hierop in te spelen, het te leren zien, dat het ongehoorzame gedrag ergens een roep is om duidelijkheid en dat zij die dan vervolgens weer kunnen geven.
-
Daarnaast willen we cursisten leren dat honden bepaalde keuzes kunnen maken als de veiligheid in het gedrang komt. De cursisten zouden dit op dat moment wellicht anders willen, maar zij moeten leren inzien dat het een prima en terechte keus is voor de hond.
Als voorbeeld een situatie waarbij de stress bij de persoon oploopt en de hond zich verwijdert uit die situatie, terwijl de persoon het liefst zou willen dat de hond bij hem komt. We gaan en kunnen dat niet forceren, we kunnen de hond niet lokken met een brokje, we kunnen de cursist leren dat dit vanuit honds oogpunt een juiste en goede keuze is en dat er gewerkt kan gaan worden aan het vertrouwen in deze situatie waardoor de hond wel kan kiezen voor de persoon.
-
Soms wordt in overleg besloten om de hond tijdelijk uit de situatie te halen als het welzijn te veel in gedrang komt en er zijn cursisten die dit zelf aangeven of die keuze maken. Uiteraard is dit geen eenvoudige keuze. Als het al niet goed met je gaat is het laatste wat je wil dat je trouwe maatje er niet is. Dit geldt zowel op fysiek vlak als op mentaal vlak dat deze keuze gemaakt kan dienen te worden.
-
In een enkel geval stopt het traject en kan een hond in overleg worden herplaatst, als dit voor het welzijn van de hond beter is.
-
Indien een traject stopt omdat een hond het werk om fysieke redenen niet meer kan doen of met pensioen gaat, dan kan in overleg de keus gemaakt worden om de hond bij de cursist te laten, zodat hij niet herplaatst hoeft te worden.
Naar aanleiding van het verhaal van Joop Mekke kan er geconcludeerd worden dat er bij Stichting BultersMekke in elk geval zeer goed gelet wordt op het geestelijk en lichamelijk welzijn van de assistentiehonden. Hopelijk is dat bij andere hulphondenorganisaties ook het geval.
Tot slot
Honden kunnen een hele belangrijke rol spelen in iemands leven. Zij kunnen het leven meer glans geven, een troostende aanwezigheid zijn, ondersteuning bieden of bepaalde werkzaamheden verrichten, zoals in het geval van assistentiehonden. We mogen echter nooit hun welzijn en hun geluk uit het oog verliezen. Een hond mag nooit enkel en alleen een medicijn of een werktuig zijn. Boven alles is het een levend wezen met zijn eigen gedachtes en gevoelens en hij moet ook gewoon hond kunnen zijn en kunnen genieten van het leven.
* Bram B. Buunk & Wilmar Schaufeli. Het belang van wederkerigheid in interpersoonlijke relaties voor gezondheid en welbevinden: een evolutionair perspectief. In: Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie, 56 (2001), p. 41-56