In een wereld die steeds meer gericht raakt op maakbaarheid lijkt er haast geen ruimte meer te zijn voor imperfectie. Alle oneffenheden worden vakkundig weggepoetst, al dan niet met behulp van een van die gladmakende en rechttrekkende Instagram-filters. Het beperkt zich echter niet alleen tot uiterlijkheden, ook ons inwendige wezen gaat door de wasstraat. Positieve eigenschappen worden benadrukt, negatieve eigenschappen verdoezeld. Dit doen we zelfs bij onze honden; je zal niet zo snel iemand horen zeggen dat zijn hond egoïstisch is, of opportunistisch. Toch kan het geen kwaad om die negatieve eigenschappen te benoemen en te omarmen, zoals zal blijken uit dit artikel.
Streven naar perfectie
Deze preoccupatie met positieve eigenschappen en kenmerken hangt nauw samen met onze drang naar perfectie. Maar waar komt deze drang vandaan?
Tot op zekere hoogte heeft het waarschijnlijk altijd in ons gezeten. Het ontstaan van internet, technologische ontwikkelingen, de steeds verdergaande mogelijkheden op medisch gebied en de sociale media lijken deze drang echter enorm versterkt te hebben. Er is opeens zoveel mogelijk! We hebben nu de middelen om onszelf vrij eenvoudig op vele mogelijke manieren ‘verbeteren’; zowel online als offline. We kunnen als het ware een eigen werkelijkheid creëren. We kunnen de buitenwereld elke versie van onszelf voorschotelen die we maar willen. Dit klinkt misschien mooi, maar het is natuurlijk maar de vraag in hoeverre het allemaal echt is.
Aan de ene kant willen we dolgraag gezien en gehoord worden, aan de andere kant worden onze onzekerheden gevoed en versterkt door de voortdurende vergelijking met andere mensen over de hele wereld. Deze combinatie zorgt ervoor dat we geneigd zijn om onze levens mooier voor te stellen dan ze in daadwerkelijkheid zijn. Het moet knapper, beter, aantrekkelijker, mooier, krachtiger, positiever, perfecter.
De hond 2.0
Ook onze honden worden dikwijls meegezogen in deze ‘alternatieve werkelijkheden’. Dit gebeurt met betrekking tot zowel hun karaktereigenschappen als hun uiterlijke kenmerken.
Om maar met het laatste punt te beginnen; bijna niemand wil graag een lelijke hond. Er zijn natuurlijk genoeg mensen voor wie het uiterlijk niet heel belangrijk is maar ik denk dat een meerderheid toch liever een hond heeft die een beetje leuk oogt. En als hij niet leuk oogt, of als hij bepaalde ‘afwijkende’ of ongewenste uiterlijkheden heeft, dan is er altijd nog Photoshop of Instagram. Een beetje bijsnijden, een leuk filter eroverheen, nog wat oneffenheden wegwerken en tadaaa; we hebben een modelhond!
Focus op uiterlijk
Toegegeven, ik ben er zelf ook gevoelig voor. Ik denk dat iedereen zijn hond gewoon heel graag op een zo mooi mogelijke manier aan de buitenwereld wil laten zien. Het komt ook voort uit een gevoel van trots. Daar hoeft niks mee te zijn, zolang we ons er niet te veel in mee laten slepen.
Het nemen van een foto uit een zo voordelig mogelijke hoek of het bewerken van een foto zijn nog relatief onschuldige bezigheden in vergelijking met de extreme focus op uiterlijke kenmerken die we zo dikwijls tegenkomen in de rashondenfokkerij. Neem alleen al het ontstaan van hondenrassen; allemaal het werk van de mens en ook hieruit blijkt weer onze drang naar schoonheid en perfectie. Het ziet er niet naar uit dat deze ontwikkeling op korte termijn tot stilstand wordt gebracht.
Sterker nog, er worden nog altijd nieuwe hondenrassen bedacht en gecreëerd. Het uiterlijk speelt hierbij helaas een grote rol. Een schattig koppie in combinatie met een bijzondere vachtkleur is maar al te vaak belangrijker dan een goede gezondheid of een stabiel karakter.
Onschuldige wezens
Over dat karakter gesproken; in tegenstelling tot onze beschrijvingen van de karaktereigenschappen van andere mensen zijn we over die van onze honden meestal uitsluitend positief. Dit komt deels voort uit de hierboven al genoemde trots; we zijn stapelgek op onze viervoeters en ze kunnen in onze ogen soms maar weinig fout doen. Ik denk echter dat het ook iets te maken heeft met het streven naar positiviteit en perfectie. We zijn zo onderhand niet meer gewend dat dingen ook níet leuk of níet mooi mogen zijn.
Het is begrijpelijk dat we – gelet op de vreselijke dingen die er op de wereld gebeuren door toedoen van mensen – dieren als onschuldige wezens zien. Dieren voeren geen oorlogen, onderdrukken geen hele volkeren, kennen geen racisme of homohaat, bouwen geen muren of concentratiekampen en bedenken niet de meest gruwelijke martelmethoden. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Dieren zijn puur, onbevlekt. Het ontbreekt ze daarnaast aan de ver ontwikkelde prefrontale cortex zoals wij die hebben. En dat is misschien maar goed ook!
Dieren roepen bij ons gevoelens van tederheid, bescherming, onvoorwaardelijke liefde en intense vriendschap op. Maar betekent dit dat alle dieren leuk, lief en aardig zijn? Dat we elke actie die ze uitvoeren kunnen uitleggen in termen die voor ons een positieve betekenis hebben?
Natuurlijk noemen we onze honden weleens koppig, humeurig of eigenwijs. Dit gebeurt echter dikwijls op gekscherende wijze. ‘Slechte’ eigenschappen nemen we meestal met een korreltje zout of we gieten ze in een andere vorm.
Wat is een slechte eigenschap?
Bij mensen wordt er met betrekking tot slechte eigenschappen vaak gesproken over ‘valkuilen’ of ‘verbeterpunten’. Oftewel, daar moet aan worden gewerkt! Maar wanneer is iets een ‘slechte’ eigenschap? In mijn optiek is het de buitenwereld die bepaalt in welk hokje jouw eigenschappen thuishoren. De één vindt misschien dat je erg onvoorzichtig en impulsief bent, de ander noemt het dapper en vooruitstrevend. Wij worden altijd beoordeeld door de ogen van anderen en daarmee is het nagenoeg onmogelijk objectief vast te stellen wat jouw ‘goede’ en ‘slechte’ eigenschappen zijn. Je kan je dus afvragen of er wel zoiets bestaat als een negatieve eigenschap; in de ogen van een ander is het misschien juist iets heel positiefs!
Kwaliteiten en verbeterpunten
Echter, er zijn nu eenmaal bepaalde etiketten die een positieve of negatieve lading hebben. Zo worden eigenschappen als arrogant, agressief, wispelturig of jaloers eerder als negatief of slecht beschouwd dan kenmerken als eerlijk, betrouwbaar, creatief of zorgvuldig.
Zoals gezegd worden slechte eigenschappen doorgaans gezien als verbeterpunten en positieve eigenschappen als kwaliteiten. Die laatste moet je dus zien te behouden of proberen verder te ontwikkelen. Het is wederom een voorbeeld van ons streven naar perfectie.
Bij honden gaan we dikwijls nog een stapje verder. Waar we andere mensen nog weleens in klare taal kunnen beschrijven, zijn we geneigd het karakter en de gedragingen van onze honden vooral in rooskleurige termen te bezien. Maar waarom zouden honden geen vervelende trekjes kunnen hebben?
Niet elk likje is liefde
Om het anders te verwoorden: niet elk likje is liefde. Veel mensen vinden het superschattig als hun hond tegen ze aan kruipt, hen diep in de ogen kijkt en kusjes (likjes) geeft. Ze voelen zich daardoor geliefd en voor hen is het een bewijs van de eeuwige trouw en de onvoorwaardelijke liefde van de hond. Maar zit dit er ook altijd achter? Er zou bijvoorbeeld best een meer opportunistische reden aan ten grondslag kunnen liggen.
Misschien heeft hij het wel gemunt op dat koekje wat je aan het eten bent of probeert hij iets anders van je gedaan te krijgen. Honden zijn wat dat betreft meesters in verleiden en bespelen van de mens. Ik beweer hiermee niet dat honden nooit liefde tonen, dat doen ze wel degelijk! Ik probeer alleen duidelijk te maken dat hun gedrag niet altijd hoeft voort te komen uit altruïstische of liefdevolle motieven. Je kan ook gewoon een kruimeltje op je wang hebben.
Tekst loopt door onder de foto
Kleine dictators
Net als mensen kunnen honden minder leuke eigenschappen hebben. Sommige honden zou je bijvoorbeeld kunnen omschrijven als ‘kleine dictators’, pestkoppen, agressievelingen, opportunisten, luilakken of drammers.
Dit wil niet zeggen dat ze zich doorlopend zo gedragen. Dergelijke eigenschappen vormen slechts een deel van hun identiteit. Het hangt van de situatie af in hoeverre een bepaalde eigenschap tot uiting komt. Eigenlijk is het hartstikke logisch; als honden ook de meer lastige emoties kunnen ervaren, zoals angst, boosheid of jaloezie, waarom zouden ze dan geen lastige of negatieve karaktertrekken kunnen hebben?
Het punt is dat we deze best mogen en kunnen erkennen, net zoals we dat bij de emoties doen. Het is echt niet erg dat je hond niet ‘perfect’ is! Laten we afstappen van het idee dat alles altijd maar positief hoort te zijn en wat minder krampachtig omgaan met gedragingen en eigenschappen die een kritische blik van de buitenwereld kunnen opleveren.
Ja, ik geef volmondig toe dat een van mijn honden zich soms ook als een ettertje kan gedragen. En ja, soms haalt hij daarbij het bloed onder mijn nagels vandaan. Het maakt hem echter tot wie hij is, het hoort bij hem. Ik hou hierdoor niet minder van hem! Mijn andere hond is juist weer erg timide en dat is ook niet in elke situatie even handig of makkelijk.
Het is zoals het is, ze zijn zoals ze zijn. Het zijn simpelweg dingen waar ik rekening mee kan en moet houden. Maar dat geeft helemaal niet, het is voor mij inherent aan het hebben van honden.
Verbeter je hond, begin bij jezelf
Goed, we erkennen dat ze er zijn, die slechtere eigenschappen. Maar moeten we deze dan maar klakkeloos accepteren of moeten we ze ook zien als ‘verbeterpunten’? Aan slechte eigenschappen bij jezelf zou je kunnen werken, indien je dat nodig acht of als je er zelf last van hebt. Bij honden ligt dit iets ingewikkelder omdat we niet voor hen kunnen bepalen of zij er last van hebben en of het werkelijk noodzakelijk is er iets aan te doen. Karaktereigenschappen maken iemand tot wie hij is. Is het altijd nodig om daaraan te sleutelen? Misschien doen we er goed aan de hond wat meer in zijn waarde te laten. Niet alles is maakbaar of zou maakbaar moeten zijn.
Het geeft daarnaast voor zowel jezelf als voor de hond meer rust als je hem neemt zoals hij is. Het zorgt ervoor dat je je wat minder druk maakt om de situaties waarin hij zijn slechte eigenschappen de boventoon laat voeren.
Dit wil niet zeggen dat we hem niet hoeven te helpen of begeleiden bij gedrag dat hem duidelijk in de weg zit of dat zich kan ontwikkelen tot extremer (probleem)gedrag. Het is onze verantwoordelijkheid als eigenaar te zorgen dat de hond zich op een veilige manier in de maatschappij kan bewegen. Dit betekent dat we hem soms ook een beetje tegen zichzelf in bescherming moeten nemen. Zo kan je bijvoorbeeld denken aan een muilkorf als je hond agressie ten opzichte van andere honden vertoont of aan het opzoeken van rustige wandelgebieden als hij snel overprikkelt raakt. En schroom niet een gedragstherapeut in te schakelen als het echt uit de hand loopt. Liever nog voordat het uit de hand loopt.
Uitdaging
Zolang de hond een gezonde mix bezit van goede en slechtere eigenschappen is er echter geen reden tot paniek. Zie het als een uitdaging! Leer je hond kennen en probeer in kaart te brengen wat hem maakt tot wie hij is. Probeer zijn slechte eigenschappen niet direct als iets negatiefs te zien. Erken dat ze er zijn en vind een manier om er zo goed mogelijk mee om te gaan, ook dat is onze verantwoordelijkheid als hondeneigenaar.
Het mooie is dat ze juist een bepaalde mate van voorspelbaarheid met zich meebrengen. Als we weten dat een hond een knorrepot kan zijn of dat hij snel op zijn pootjes is getrapt, dan kunnen we daar rekening mee houden in het dagelijks leven. We kunnen ervoor zorgen dat hij de vrijheid heeft zijn ware karakter aan ons te tonen. Hij zal zich geborgen en geliefd voelen als we hem accepteren en respecteren zoals hij is. De perfecte hond bestaat niet, lang leve de imperfectie!
Dit artikel is verschenen in het tijdschrift Onze Hond, nummer 2, maart 2019